Voorbeelden
Voorbeelden, die je kunnen doen besluiten om in therapie te gaan zijn:
- Problemen in je contacten met je partner, vrienden, familie en collega’s
- Onbegrepen lichamelijke klachten ( pijnen, verkramping, spierpijn, vermoeidheid, hoofdpijnen, slaapproblemen )
- Je machteloos voelen, wat je iedere keer maar weer overkomt
- Je voelt je onzeker in bepaalde situaties (spanning/nervositeit)
- Steeds terugkerende conflictsituaties
- Geraakt worden in een oud gevoel
- Geen nee durven zeggen
- Emoties spelen de boventoon, wat je functioneren belemmert
- Moeite hebben om in contact te komen met je gevoel
- Het gemis aan zelfvertrouwen
- Je ervaart pijn in je lichaam, zonder duidelijke oorzaak
- Sombere, angstige gevoelens (depressieve gevoelens)
- Je bent burn-out, of overspannen
- Je cijfert jezelf voortdurend weg voor de ander
- Onrustig zijn en voelen
- Je hebt last van ervaringen uit je verleden
- Last hebben van paniekaanvallen (hyperventilatie)
- Je voelt je schuldig en schaamt je
- Je bent erg gericht op anderen
- Je voelt je gejaagd
- Je bent onzeker
- Je voelt/ervaart angst
- Je hebt last van stress
- Veel piekeren en malen
- Negatief denken over jezelf (Ik deug niet, ik kan niets, ik ben niks waard)
- Je voelt je lusteloos en passief
- Boosheid en agressie
- Je voelt je eenzaam en onbegrepen
- Je bent gevoelig voor afwijzing